Als ik net voor half zeven wakker wordt voel ik nog de verleiding om te blijven liggen. Waarom zou ik opstaan en in mijn eentje drie dagen gaan fietsen? Wordt dat wel leuk? Red ik het? En nog een paar gedachten bezigen mijn nog half slapende brein.
Als ik mijn havermout en tweede ontbijt bij Erik op heb is het tijd om op de fiets te stappen. Het moment dat ik mijn schoenen in de pedalen klik en de eerste trappen heb gezet verdwijnen alle twijfels. Het gevoel van de trip naar Berlijn en de Ardennen zijn gelijk weer terug. Ook zonder Co wordt dit een mooi avontuur.
Erik benadrukt nogmaals dat ik ook best de auto mag lenen en dat er ook treinen en bussen gaan. Ieder zijn ding:)
De eerste kilometers zijn gelijk goed voor een derde van de hoogtemeters en na iets minder dan een uur sta ik 500 meter hoger uit te hijgen en zweten. Dat klimmen is niet echt leuk maar de afdaling erna maakt alles goed, grof en lastig gravel, fijn gravel en glad asfalt waar ik met 60 plus km per uur het volgende dorp in dender met een grote glimlach.
Er volgt een mooie single track en vooral heel veel mooie uitzichten, ik geniet volop in de ochtendzon. Ik heb mij voorgenomen bij 40 en 80 kilometer wat langer te stoppen. Na 40 kilometer wordt mijn aandacht getrokken door de woorden; Oma’s apfelstrudel mit Eis und Slag, en dat voor 4,50.
Samen met een koffie en een almdudler blik ik tevreden terug op de ochtend en de voortgang. Mijn inmiddels lege bidons worden nog gevuld en ik zet de reis richting Slovenië voort. De route loopt ook nog via Italië dus als het goed gaat drie landen vandaag.
Met nog wat klimmen maar ook met het nodige dalen en een nog steeds prachtige omgeving fiets ik richting de grens met Italië. Na de grens gaat de route over naar een mooi fietspad en met nog steeds een grote glimlach trap ik door. Wanneer het fietspad wat saaier begint te worden en Slovenië dichterbij komt wil ik wel lunchen. Het icoontje op mijn telefoon zegt 2g, Geen Google lijkt dat te betekenen.
Ik val terug op de bewegwijzering in het Italiaans en Sloveens en gezien de voortgang durf ik het aan om van de route af te wijken richting wat als het goed is een meer is. Meer is toeristen, toeristen is eten.
Na twee kilometer kom ik bij een tolportje, geen grens maar betaalloket voor toegang tot het meer. De cassiere bevestigt mijn aanname van eten en ik mag als fietsers gratis naar binnen, dubbel feest.
Toegang betalen was achteraf geen probleem geweest, zelden heb ik op zo een mooie plek gelunched. De pasta smaakt goed en de voortgang stemt positief, een rondje meer als toetje stelt ook niet teleur. Meer gravel, meer beter.
Terug op de route passeer ik de grens met Slovenië, Slovenië met mijn fiets! Wat is er gebeurd dat ik hier sta. Geen idee precies maar het bevalt me wel, ik geniet met volle teugen en trap zo Slovenië dus binnen.
Een geasfalteerd fietspad dat door de EU is gesubsidieerd doet enigszins afbreuk aan de omgeving. Als ik op de navigatie een kans zie om rechtdoor over een weiland te steken laat ik die kans niet ongemoeid. Wanneer ik aan de andere kant van het weiland fiets en mijzelf over een hek help valt mijn oog op een verkleurd a viertje wat lijkt te waarschuwen voor een wilde stier. Gelukkig was hij er vandaag niet.
Later wordt duidelijk dat hier sneller wegen worden aangelegd dan mijn navigatie update, mannen met kettingzagen kijken mij vreemd aan als ik stoicijns door de begroeing fiets en via iemands achtertuin toch weer op de route kom.
Na nog een laatste 17% klim word ik getrakteerd op een uitzicht over een vallei waar de eindbestemming van vandaag ligt, Bled. In een bui van kostenbesparing en back to basic heb ik een bed gereserveerd in een hostel. Vul mijn reserves met veel pasta en ben wel klaar voor de nacht, morgen weer naar Italië.
Wees de eerste om te reageren