Eenden en ander gevogelte rondom het Parkhotel in Wolfenbüttel zijn blijkbaar erg luidruchtig en niet erg meewerkend wanneer je na een dag fietsen op tijd wilt gaan slapen. De nachtrust was dan ook minder succesvol dan de vorige nacht, desalniettemin stonden we rond zeven uur met frisse moet in de ontbijtzaal.
Grote bakken yoghurt en kwark maakten ons ontbijt makkelijker en beter passend bij het dagprogramma. De thee was warm en smaakte naar thee, de koffie smaakte helaas ook naar thee. De routemeister nam dit mee in de planning voor vandaag.
De pontbaas ten spijt kijken we toch weer even op de weerapps, wind in de rug en misschien een buitje zeggen de algoritmes maar we zullen vandaag ook naar boven kijken. We bepakken de fietsen, vullen de bidons en klikken in voor de eerste etappe.
We klimmen direct buiten de stad een bospad op om vervolgens van een lange lichte afdaling te genieten. De voorspelde wind daadwerkelijk in de rug, doorkomend zonnetje erbij en daar fietsen dan twee blije mamils (middle-aged men in lycra) door de t Duitse land.
De route is gepland voor 115 kilometer en voorzien van veel onverharde wegen en maar weinig hoofdwegen. De dorpen liggen verder uit elkaar en zijn kleiner, hierdoor is het vinden van een koffiestop nog een uitdaging. Rond tien uur passeren we de voormalige grens tussen oost en west Duitsland. Aan het einde van een lang met brandnetels en distels overwoekerd pad komen we uit bij een grensmuseum.
De oude grenssituatie staat hier nog, muren, prikkeldraad en wachttorens. We nemen de tijd om de informatie van t bezoekerscentrum door te nemen alvorens we hier in de buurt dan toch een koffiezaak hopen te vinden.
De konditorei in de supermarkt biedt uitkomst en we doen ons tegoed aan aarbeien taart, espresso en broodjes. Met extra bananen en water kijken we nog even op de apps en naar de lucht. Onweer een buien, misschien fietsen we er omheen, misschien er doorheen, de tijd zal het ons leren.
Over graspaden en keien fietsen we het dorp uit, wanneer we het asfalt weer opdraaien en de lucht donkerder zien worden blijkt er nog iets met lucht te zijn. De hoeveelheid lucht in mijn achterband is aan het afnemen. De eerste en hopelijk enige lekke band van de reis is daar.
Terwijl de eerste druppels vallen en zonder zicht op enig onderdak stoppen we langs de weg en als een geolied team wordt het wiel verwijderd, regen jas aan, lek gezoch, niet gevonden, nieuwe band, pompen, wiel terug in de fiets en stop de tijd.
Eigenlijk genieten we wel van deze uitdaging en de aanzwellende regen, we vonden het al zo voorspoedig gaan dus deze afwisseling was welkom.
Enigzins huiverig nog omdat de oorzaak van t lek niet gevonden is trappen we verder. De lucht wordt nog donkerder, windvlagen doen onze regenjassen klapperen en het regent nu lekker door. In het volgende dorp zitten we het ergste uit bij de bushalte voor we verder gaan.
Even later hebben we nog een klein stuk geklommen waarna we over een gravelpad vol kuilen en keien afdalen met een goede snelheid. Het regent nog maar ondertussen begint de zon alweer te schijnen wanneer een vos onze pad kruist en wij lachent door rijden.
De rest van de middag rijden we over veel landbouwwegen die bestaan uit betonnen platen. Sommige platen hebben gaten erin die voor een ervaring zorgen die te beschrijven is als het non stop herhalen van het refrein van de hit van Guus Meeuwis en Vagant, Per Spoor.
Kedeng kedeng kedeng kedeng kedeng kedeng
Kedeng kedeng kedeng kedeng kedeng kedeng oe oe
Kedeng kedeng kedeng kedeng kedeng kedeng
Kedeng kedeng kedeng kedeng kedeng kedeng oe oe
Maar dan zonder de “oe oe”.
Langs veel van de routes waar wij fietsen worden allerhande hondenrassen uitgelaten. Geen van welke het favoriete ras van Co is maar tevens geen enkele die enige interesse in onze aanwezigheid toont. Onze aanwezigheid maken we veelal bekend door te bellen, zo ook vandaag bij het naderen van een vrouw die met haar Franse Bulldog aan het wandelen was.
Bij het passeren van de vrouw was uit haar blik op te maken dat het geluid van de bel zowel haar als haar hond niet bereikt hadden. Met lichte schrik in haar ogen richte zij zich tot haar niet aangelijnde Franse Bulldog. Dit beestje negeerde de vrouw volledig en besloot als een van hondsdolheid bezetene achter ons aan te rennen. Heftig gegrom en gekras van zijn nageltjes op het beton achtervolgden ons bijzonder lang gezien onze snelheid en de lengte van zijn pootjes. Onze kuiten en banden blijven gelukkig buiten bereik van zijn tanden.
Bijgekomen van het lachen stopten we voor meer repen, stroopwafels en drinken. Iets waarvan het belang niet genoeg kan worden benadrukt voor het behalen van ons dag- en einddoel.
De ietwat gebroken nacht begint met name mij wat dwars te zitten, de weinig inspirerende oost Duitse architectuur draagt hier niet aan bij. Ik begin wat te morrelen en eten is niet de oplossing. Met nog iets minder dan tien kilometer te gaan draaien we echter weer een weids groen landschap in en hoor ik het rustgevende geknisper van gravel onder mijn banden en trap ik vermoeid maar tevreden de laatste kilometers naar ons hotel.
Geen oost Duitse treurnis maar de prinsen slapen vannacht in een soort kasteel. We halen cola en chips bij de supermarkt om de tijd tot het diner te overbruggen. De kleding wordt weer gewassen in bad en we kijken uit naar een rustige en lange nacht slaap.
Wees de eerste om te reageren