Los van wat rumoerige kikkers hadden we een beduidend betere nachtrust dan gisteren. We ontwaken op de bovenste verdieping van het kasteel en de zonnestralen verlichten de kamer. De zonnestralen verlichten helaas niet onze benen die na vijf dagen toch iets minder vitaal voelen dan voorgaande dagen.
Hoewel we beide uitkijken naar de aankomst in Berlijn en het vooruitzicht van een rustdag hebben we toch ook zin in de route van vandaag. Maar eerst ontbijt en het onvermijdelijk teleurstellende excuus voor koffie. We worden op ons wenken bediend, veel yoghurt, kwark en fruit en wit brood met nutella.
Ons was en met name droog ritueel bleken uiterst succesvol, alle kleding weer droog waardoor we onze inpakkunsten optimaal konden beoefenen en zo compact mogelijk de fietsen konden beladen, iets wat niet overbodig zou blijken de komende 118 kilometer.
Omdat de routemeister voor deze een na laatste dag heeft ingezet op minimaal asfalt en maximaal geen asfalt en dus ook weinig bebouwing slaan we proviand in bij de lokale super.
De route zonder asfalt blijkt heel nieuw of juist heel oud te zijn maar in ieder geval niet geheel up to date. Wanneer we al snel op een doodlopende weg uitkomen met daarachter een provinciale weg. Optimistisch stel ik voor even om het bord fietsen en via het asfalt verder te gaan. Het kleine taluut was de aanleiding voor een kleine en zeldzame inschattingsfout mijnerzijds. Deze inschattingsfout was dermate inspannend dat ik ter plekke even moest uitrusten.
Eenmaal bijgekomen, van het lachen, vervolgde we onze weg op zoek naar het ontbreken van asfalt en dat niet zonder succes. De route vandaag loopt voor het overgrote deel door een naturpark met veel bossen en bijbehorende bosbouw wegen. Vanaf dat moment rijden we minstens een uur zonder ook maar iemand tegen te komen.
De enkele dorpjes die op de route liggen lijken een soort verlaten filmsets waar we in de meeste gevallen geen enkel teken van leven kunnen bespeuren.
Op dag zes midden in een bos komt dan ook de onvermijdelijke clash tussen de beide fietsers. De route laat ruimte voor interpretatie, ik zeg rechtdoor, Co wilt naar links, de gemoederen lopen hoog op tot er bijna een stemverheffing te horen is wanneer we toch gewoon lachend en gebroederlijk links gaan.
De begaanbaarheid is wisselend en zo ook het tempo, tegelijkertijd zijn we inmiddels zo gewend aan de fietsen dat we ondanks sporen van vermoeidheid zonder noemenswaardige problemen de route afleggen en plassen vermijden.
Na 65 kilometer rijden we een dorp binnen wat daadwerkelijk bewoond lijkt en we zien een mooie binnenplaats die bij een Gasterij hoort. Op het terras zien we een man zitten met een kopje koffie en een stuk taart, verlekkerd en tevreden bewegen we om uit te klikken en af te stappen. Heute ist unsere ruhetag! Buldert de man nog net niet, we bedanken vriendelijk voor de gedeelde informatie en wensen hem een fijne dag en trappen door.
Het volgende dorp heeft geen ruhetag en wel een bakkerij die open is, de uitbaatster is iets, maar niet veel, vriendelijker dan de taart etende man uit het vorige dorp maar wilt ons wel van de nodige taart, broodjes, cola en koffie voorzien.
Voldaan en met gevulde bidons vervolgen we onze weg, meer bos, meer gravel, meer niet bestaande route onderdelen en meer broederlijke concessies en instemming over de dan wel te volgen route.
Wanneer ik Co in een stuk los zand verlies en verder trap besluit ik te stoppen en Co te filmen. Wanneer hij mij nadert klinkt er een luide donder in de lucht, een nog blauwe lucht, vol verwarring denken we aan de woorden van de pontwachter uit Eemdijk van de eerste dag. Donkere lucht is regen, dit is geen donkere lucht wel donder, verwarrend.
Wanneer we kort daarna bij een open veld komen en tegen een veld van windmolens aankijken zien we in de lucht een duidelijke scheiding van donkere en lichte lucht. Voor de zekerheid checken we een app en schatten in dat we snelheid en geluk buiten bereik van het onweer en de regen kunnen blijven. Iets wat extra wenselijk is omdat we in ons eeuwige optimisme de regenjassen diep in de zadeltassen hebben gepakt.
We triomferen en laten de donkere lucht achter ons wanneer we langs een verlaten vliegveld annex festivalterrein en enkele vervallen gebouwen richting het hotel trappen.
Een hotel met gemoedelijke uitstraling en ambiance waar we dankbaar gebruik maken van de warme douche en koude halve liters alkoholfrei Weihenstephan. Bij het eten wordt de laatste route gepland en bleek bij nader onderzoek dat de route van vandaag voor mountainbikes was, vandaar de extra uitdagingen. Op naar Berlijn morgen.
Wees de eerste om te reageren