Dag 80

De dag begon rond half drie ’s nachts toen het begon te regenen, volgens de buienradar een klein buitje dus ik liet de was hangen en stelde wc bezoek uit tot na de bui. Daarna volgde een flits en daarna een lange rollende donder en de regen werd een flinke bui. 

Nog nooit heb ik zoveel, zo luid en zulk lang onweer meegemaakt in inmiddels 39 jaar. Het was indrukwekkend en dermate verfrissend dat ik toch de slaapzak maar even pakte. Uiteindelijk was het rond zeven uur dat het rustiger werd, met regenjas aan haalde ik mijn zeiknatte was van de lijn en ging eindelijk naar de wc. 

De was ging nogmaals de machine in en ik meldde mij voor een ontbijt van gebakken eieren. De was weer aan de lijn en twijfelend over de invulling van de dag loop ik naar het dorp voor koffie en taart. Ondanks dat het buiten inmiddels al goed warm is verkies ik het terras voor de de bar met airconditioning. In Servië mag je nog binnen roken en daar wordt ruim gebruik van gemaakt.

Charmant koffiezaakje verder

Op basis van de beperkte nachtrust, de beschikbare campings op de route en het vooruitzicht van een feest van de lokale jagersvereniging op de camping fiets ik vandaag weer verder. Uit het verslag van Robert, die eerder naar Istanboel fietste, haal ik de Kroatische stad Osijek als tip. 

Inmiddels ben ik Booking.com supergold member en bij gebrek aan camping word ik tot een hotel verleid. De route is nog geen 50 kilometer en om twaalf uur fiets ik de brandende zon in. 

Ik zoek graag grenzen op en na nog geen tien kilometer was het zo ver, de grens met Kroatië. Gisteren mocht ik als fietser voordringen en vandaag paste ik dat weer toe en schoof zo voor een auto met Nederlands kenteken. Mijn verontschuldigende wuifje werd met minder sympathieke gebaren beantwoord. 

De paspoortcontrole nam voor mij nog geen minuut in beslag terwijl de airco van de auto achter mij doorloeide. Ik maakte tempo over de brug over de Donau die het stuk niemandsland tussen de landen vormt. Dan hoor ik een auto achter mij, de Nederlanders komen met het raam open voorbij en vragen of ik echt uit Nederland kom met de fiets en mij aanmoedigen en doorrijden.

Niemandsland

Ik zwaai nog een keer naar ze als ik de rij auto’s voor de Kroatische grenspost passeer. Ook deze douanier kijkt verbaasd op als ik zeg onderweg te zijn naar Turkije. Met een stempel en succeswensen mag ik snel verder. 

Er is geen fietspad tot ik een bord zie dat fietsers linksaf door een natuurgebied naar Osijek stuurt. Ik stop naast een bord en een politieauto om de route te checken. Dan wordt zonder veel toelichting mijn paspoort gevraagd en gaat agent druk bellen. Dan stopt er een zwarte Dodge jeep en er stapt een man uit die mij vraagt of ik naar iets onverstaanbaars ga. Na de vraag twee keer herhaald te hebben, stapt hij weer in en rijdt weg. De agent geeft mijn paspoort terug en zegt dat de weg geen asfalt maar gravel is, mijn gelukzalige blik verrast hem en hij zwaait mij uit. Na een paar kilometer verschijnt een tweede politieauto en een agent die ook mijn paspoort wil zien. Het waarom van deze surrealistische ervaring bleef een raadsel.

Gravel en natuurschoon

Het fietspad is prachtig en zonder schaduw, de twee liter water gaat hard en het café na 35 kilometer is zeer welkom. In Osjiek mag de fiets door de wasstraat en check ik in bij mijn hotel in het oude centrum. Tegenover één van de vele gevels die nog bezaaid is met kogelgaten eet ik een paar gangen en ga dan tevreden naar bed.

Tot morgen.

Geschreven door:

2 Reacties

  1. Martijn
    januari 14, 2024

    Je raadsel heeft alles te maken met de zelfverklaarde micronatie Liberland waar je langs bent gefietst. Men wil daar geen pottenkijkers en al helemaal niet dat mensen het stukje land daar betreden, zie: https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Liberland

    Groeten,
    Martijn

  2. januari 14, 2024

    Dank je wel voor de uitleg, weer iets geleerd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *